Klimaatadaptie in steden: van risicomanagement naar een positief wensbeeld
Fotograaf: Nanda Sluijsmans
Samen met onder andere Wageningen Environmental Research (WEnR) schreven we voor het tijdschrift Social Sciences een essay over de manier waarop steden klimaatadaptatie integreren in de ruimtelijke planning van de stad. Het essay legt uit dat er in steden twee visies zijn op klimaatadaptatie. Deze visies leiden elk tot een andere aanpak en andere resultaten op de lange termijn. Voor dit essay gebruikten we onder andere onze ervaring in het project waarin we trainingen ontwikkelden voor het stedennetwerk van C40 en de case studies in het INNOVA-project van WEnR en Europese partners.
Dominante visie: oplossingen zoeken voor risico’s
De eerste visie heeft als doel om klimaatrisico’s te vermijden of verkleinen: de stad wil haar inwoners en infrastructuren beschermen tegen klimaateffecten. Deze visie lijkt op dit moment dominant. Vanuit deze visie verkent een stad eerst waar de klimaatrisico’s zijn en zoekt ze daarna naar oplossingen voor die risico’s. Maar als een stad klimaatadaptatie aanpakt vanuit deze visie, bestaat het gevaar dat de stad vooral kiest voor sectorale en technische oplossingen. Ook gaat het vaak om kleine veranderingen en om oplossingen op de korte termijn: de stad wordt zoveel mogelijk behouden zoals hij is. Hierdoor mist de stad kansen voor duurzame stedelijke ontwikkeling op de lange termijn. Steden proberen wel om doelen van verschillende afdelingen te combineren, maar vaak zijn dit doelen voor de korte termijn.
Kansrijke visie: positief wensbeeld voor toekomst van de stad
De tweede visie op klimaatadaptatie gaat uit van kansen. De stad denkt na over een wensbeeld en stelt zichzelf de vraag: wat voor stad willen we over 100 jaar zijn? Door een visie te ontwikkelen van een aantrekkelijke, veerkrachtige en duurzame stad, kan de stad nieuwe oplossingen ontdekken voor klimaatdreigingen. In plaats van oplossingen te zoeken voor risico’s op de korte termijn, ontwikkelt ze een visie waarin de transformatie van de stad op de lange termijn centraal staat. Daarvoor moeten beleidsmakers en stedenbouwkundigen minder denken vanuit sectoren en risicobeperking, en meer vanuit een positief wensbeeld voor de stad. Dan ontstaan er kansen om klimaatrisico’s te koppelen aan andere opgaven, zoals duurzaamheid, gezondheid, mobiliteit en biodiversiteit. Steden zouden klimaatverandering zo kunnen aangrijpen om zichzelf opnieuw uit te vinden. Er zijn al voorbeelden waarin zo’n positieve en integrale visie is uitgewerkt, zoals de visie voor Nederland in 2120.
Voorstel: voeg extra stap toe aan adaptatieproces
In het essay stellen we verder voor om een extra stap in te bouwen in het adaptatieproces. In deze stap ontwikkelt een stad eerst een positief wensbeeld en een transformatieve aanpak voor de lange termijn, voordat het concrete maatregelen kiest. We stellen deze extra stap voor omdat de meeste huidige stappenplannen, kaders en richtlijnen steden niet uitnodigen om klimaatadaptatie aan te pakken vanuit de visie van het positieve wensbeeld. In plaats daarvan leiden veel van deze hulpmiddelen steden direct van risicoanalyse naar gerichte adaptatieoplossingen. Daardoor kiezen steden vaak voor technocratische, sectoraal ingestoken maatregelen. Voorbeelden van hulpmiddelen vanuit deze dominante visie: het risicomanagementproces van het IPCC (2014), de ‘adaptation cycle’ (Willows et al. 2003), de Adaptation Support Tool van het European Adaptation Portal (Climate-Adapt), en de recente ISO standard 14091 (ISO 2021).
Dominante visie: oplossingen zoeken voor risico’s
De eerste visie heeft als doel om klimaatrisico’s te vermijden of verkleinen: de stad wil haar inwoners en infrastructuren beschermen tegen klimaateffecten. Deze visie lijkt op dit moment dominant. Vanuit deze visie verkent een stad eerst waar de klimaatrisico’s zijn en zoekt ze daarna naar oplossingen voor die risico’s. Maar als een stad klimaatadaptatie aanpakt vanuit deze visie, bestaat het gevaar dat de stad vooral kiest voor sectorale en technische oplossingen. Ook gaat het vaak om kleine veranderingen en om oplossingen op de korte termijn: de stad wordt zoveel mogelijk behouden zoals hij is. Hierdoor mist de stad kansen voor duurzame stedelijke ontwikkeling op de lange termijn. Steden proberen wel om doelen van verschillende afdelingen te combineren, maar vaak zijn dit doelen voor de korte termijn.
Kansrijke visie: positief wensbeeld voor toekomst van de stad
De tweede visie op klimaatadaptatie gaat uit van kansen. De stad denkt na over een wensbeeld en stelt zichzelf de vraag: wat voor stad willen we over 100 jaar zijn? Door een visie te ontwikkelen van een aantrekkelijke, veerkrachtige en duurzame stad, kan de stad nieuwe oplossingen ontdekken voor klimaatdreigingen. In plaats van oplossingen te zoeken voor risico’s op de korte termijn, ontwikkelt ze een visie waarin de transformatie van de stad op de lange termijn centraal staat. Daarvoor moeten beleidsmakers en stedenbouwkundigen minder denken vanuit sectoren en risicobeperking, en meer vanuit een positief wensbeeld voor de stad. Dan ontstaan er kansen om klimaatrisico’s te koppelen aan andere opgaven, zoals duurzaamheid, gezondheid, mobiliteit en biodiversiteit. Steden zouden klimaatverandering zo kunnen aangrijpen om zichzelf opnieuw uit te vinden. Er zijn al voorbeelden waarin zo’n positieve en integrale visie is uitgewerkt, zoals de visie voor Nederland in 2120.
Voorstel: voeg extra stap toe aan adaptatieproces
In het essay stellen we verder voor om een extra stap in te bouwen in het adaptatieproces. In deze stap ontwikkelt een stad eerst een positief wensbeeld en een transformatieve aanpak voor de lange termijn, voordat het concrete maatregelen kiest. We stellen deze extra stap voor omdat de meeste huidige stappenplannen, kaders en richtlijnen steden niet uitnodigen om klimaatadaptatie aan te pakken vanuit de visie van het positieve wensbeeld. In plaats daarvan leiden veel van deze hulpmiddelen steden direct van risicoanalyse naar gerichte adaptatieoplossingen. Daardoor kiezen steden vaak voor technocratische, sectoraal ingestoken maatregelen. Voorbeelden van hulpmiddelen vanuit deze dominante visie: het risicomanagementproces van het IPCC (2014), de ‘adaptation cycle’ (Willows et al. 2003), de Adaptation Support Tool van het European Adaptation Portal (Climate-Adapt), en de recente ISO standard 14091 (ISO 2021).