Hoe kun je beleidsmakers ondersteunen in een transformatieve aanpak voor klimaatadaptatie?


Samen met Wageningen Environmental Research hebben we een artikel geschreven over de vraag hoe je beleidsmakers kunt helpen om transformatieve adaptatiestrategieën op te stellen. Dat zijn strategieën waarmee je de onderliggende oorzaken van klimaatkwetsbaarheden aanpakt én bijdraagt aan de duurzame ontwikkeling van een gebied.

Drie soorten adaptatie
Er zijn drie soorten adaptatie: reactieve, incrementele en transformatieve adaptatie. Bij reactieve adaptatie probeer je de schade tijdens klimaatextremen zoveel mogelijk te beperken, bijvoorbeeld met een hitteplan. Bij incrementele adaptatie probeer je klimaatrisico’s te voorkomen door de bestaande inrichting beter te beschermen, bijvoorbeeld door dijken aan te leggen. En bij transformatieve adaptatie ga je nog een stap verder: je pakt de oorzaak van de kwetsbaarheden aan én kiest oplossingen die passen bij duurzame ontwikkeling. Zo kun je een stad vergroenen op een manier die ook bijdraagt aan biodiversiteit. Maar het kan ook betekenen dat je besluit om sommige overstromingsgevoelige gebieden niet meer te bebouwen. Je zet deze gebieden dan bijvoorbeeld in voor natuur en waterberging.
Kennis en hulpmiddelen voor transformatieve adaptatie
Er zijn veel hulpmiddelen voor reactieve en incrementele adaptatie, denk maar aan de stresstesten en maatregeldatabases. Maar hoe zorg je ervoor dat de adaptatie die je kiest ook duurzaam is op de lange termijn? Met andere woorden: hoe kan transformatieve adaptatie onderdeel worden van een strategie? Als aanbieder van klimaatdiensten kun je beleidsmakers daar op vier manieren bij helpen:
- Je kunt beleidsmakers systeemkennis bieden over de onderliggende oorzaken van klimaatrisico’s en mogelijke oplossingen voor de lange termijn.
- Je kunt hen inspirerende en interdisciplinaire kennis bieden waarmee ze een visie kunnen ontwikkelen voor de lange termijn.
- Daarna kun je hen helpen om die visie in het beleid te integreren.
- Ook kun je samen met hen ontwerpprincipes opstellen die aansluiten bij de prioriteiten en belangen van stakeholders.
Dit betekent dat je veel kennis over het klimaat op een eenvoudige manier moet combineren, en dat je die kennis ook moet koppelen aan de economische en sociale kennis over steden en regio’s. Daarvoor is het nodig om je aandachtsgebied te verbreden en samen te werken met deskundigen op het gebied van ruimtelijke ordening, landschapsarchitectuur, ecologie, gezondheid en sociologie.
Drie soorten adaptatie
Er zijn drie soorten adaptatie: reactieve, incrementele en transformatieve adaptatie. Bij reactieve adaptatie probeer je de schade tijdens klimaatextremen zoveel mogelijk te beperken, bijvoorbeeld met een hitteplan. Bij incrementele adaptatie probeer je klimaatrisico’s te voorkomen door de bestaande inrichting beter te beschermen, bijvoorbeeld door dijken aan te leggen. En bij transformatieve adaptatie ga je nog een stap verder: je pakt de oorzaak van de kwetsbaarheden aan én kiest oplossingen die passen bij duurzame ontwikkeling. Zo kun je een stad vergroenen op een manier die ook bijdraagt aan biodiversiteit. Maar het kan ook betekenen dat je besluit om sommige overstromingsgevoelige gebieden niet meer te bebouwen. Je zet deze gebieden dan bijvoorbeeld in voor natuur en waterberging.
Kennis en hulpmiddelen voor transformatieve adaptatie
Er zijn veel hulpmiddelen voor reactieve en incrementele adaptatie, denk maar aan de stresstesten en maatregeldatabases. Maar hoe zorg je ervoor dat de adaptatie die je kiest ook duurzaam is op de lange termijn? Met andere woorden: hoe kan transformatieve adaptatie onderdeel worden van een strategie? Als aanbieder van klimaatdiensten kun je beleidsmakers daar op vier manieren bij helpen:
- Je kunt beleidsmakers systeemkennis bieden over de onderliggende oorzaken van klimaatrisico’s en mogelijke oplossingen voor de lange termijn.
- Je kunt hen inspirerende en interdisciplinaire kennis bieden waarmee ze een visie kunnen ontwikkelen voor de lange termijn.
- Daarna kun je hen helpen om die visie in het beleid te integreren.
- Ook kun je samen met hen ontwerpprincipes opstellen die aansluiten bij de prioriteiten en belangen van stakeholders.
Dit betekent dat je veel kennis over het klimaat op een eenvoudige manier moet combineren, en dat je die kennis ook moet koppelen aan de economische en sociale kennis over steden en regio’s. Daarvoor is het nodig om je aandachtsgebied te verbreden en samen te werken met deskundigen op het gebied van ruimtelijke ordening, landschapsarchitectuur, ecologie, gezondheid en sociologie.